Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die kwaad voor goed vergeldt, het [37]kwaad zal van zijn [38]huis niet wijken. 37. Te weten, der straf. Zie Gen.19:19. 38. Dat is van zijn huisgezin. Zie Gen.7:1. Of van zijn geslacht en nakomelingen; te weten, die zijne zonden navolgen. Zie 1 Kon.14:10.